Als je gaat scheiden, is een van de belangrijkste zaken die je moet regelen hoe je de zorg voor de kinderen gaat verdelen met je ex-partner. Alle afspraken die je hierover maakt, worden vastgelegd in het ouderschapsplan. In bijna alle gevallen zal het kind degene zijn die om de zoveel tijd zijn spullen moet pakken om naar de andere ouder te vertrekken. Maar hoe is dat nou eigenlijk voor het kind?

Gelijkwaardige verdeling van de taken

Een van de meest voorkomende regelingen momenteel is co-ouderschap. De opvoedings-en zorgtaken worden gelijkwaardig verdeeld over beide ouders. Het kind heeft twee woningen, waar hij of zij evenveel is, ziet beide ouders dus even vaak. Dit klinkt perfect, maar hoe is het nu werkelijk als je als kind moet wennen aan een nieuwe kamer, steeds je spullen moet pakken of dat erachter komt dat je net je lievelingstrui of jeans vergeten bent of je sportspullen die je die avond nodig hebt. En op het moment dat het kind zich net een beetje prettig voelt, is het weer tijd om de boel weer in te pakken.

Heen en weer

Tegenwoordig zijn er ouders die inzien dat dit niet de meest prettige situatie is voor een kind als het net een scheiding van ouders heeft meegemaakt. Iedere ouder roept namelijk dat het niet het kind is, maar zij degene zijn die kiezen voor de scheiding. Dus moet het kind zo min mogelijk met de lasten om hoeven te gaan. De ouders van deze kinderen kiezen ervoor niet het kind steeds over en weer te laten gaan van het ene huis naar het andere huis. Nee, de ouders zijn degenen die komen en gaan. Deze vorm van co-ouderschap wordt ook wel ‘birdnesting’ genoemd. Het kind blijft in het ouderlijk huis en de ouders wisselen elkaar af.

Communicatie is key

Maar is dit wel zo ideaal? Nu de ouders steeds heen en weer gaan? In de praktijk valt het namelijk nogal tegen. Vooral praktische vraagstukken voeren hierbij de boventoon. Wie zorgt voor de boodschappen, hoe zit het met de huishoudelijke taken, enzovoort. Ook is het niet altijd financieel heel makkelijk om twee of zelfs drie woningen aan te houden. En hoe zit het met een eventuele nieuwe partner? Moet die ook steeds in- en uittrekken? Door deze redenen is birdnesting vaak een tijdelijke oplossing. Birdnesting moet per geval bekeken worden of dit echt werkbaar is. De ouders moeten in staat zijn heel goed met elkaar te communiceren en zich flexibel kunnen opstellen. Dit geldt zowel voor als tijdens het birdnesten. Afspraken die gemaakt worden, moeten realistisch en werkbaar zijn, zoals de afspraken over wie wanneer in het huis woont, hoe de kosten precies worden verdeeld, wie krijgt welke taken, enzovoort.

Het succes van birdnesting hangt niet dus niet zozeer af van het feit dat het kind het in het ouderlijk huis blijft wonen en niet steeds heen en weer moet verhuizen, maar van de ouders die met elkaar moeten blijven praten en zelf bereid zijn om te gaan met de ongemakken van het steeds uit huis moeten trekken naar de andere woning.